Pokerposities

Pokerposities zijn bij elke hand bepalend voor de pokerstrategie van een goede pokerspeler. Doordat de late positie gunstig is ten opzichte van de andere posities, rouleert de dealerbutton na elke spel met de klok mee om de kansen zo goed mogelijk te spreiden. Als speler moet je je strategie aanpassen aan je huidige pokerpositie. Dit kun je doen door agressiever of tighter te spelen en door je handen zorgvuldig te kiezen.

Strategieën voor de verschillende posities aan de pokertafel;

Vroege positie; De spelers in de vroegste pokerposities genieten de minste flexibiliteit met hun handen, doordat ze niet weten of en hoeveel de andere spelers aan tafel gaan inzetten. Daarom moet je in een vroege positie voorzichtigheid betrachten in het kiezen van je hand. Het is de moeite waard om in het begin een paar uit te spelen (van negens tot azen) of hoge kaarten zoals A-H, A-V, A-B, H-V en H-B, maar kijk goed naar hoe de andere spelers betten als jij niet aan de beurt bent. Ben jij de kleine blind of grote blind, dan is de pre-flop inzetronde voor jou het gunstigst, omdat je dan als laatste mag inzetten. Dat betekent dat je dus kunt raisen en als je een goede hand hebt, kun je op dit punt al een paar spelers laten folden. Maar! Op de flop heb je juist een zwakke positie. Mocht je besluiten te raisen, dan zal er zeer waarschijnlijk iemand zijn die je re-raist.

Middelste positie; Zit je in de middelste pokerpositie, dan ben je al wat flexibeler in hoe je je hand speelt. Naast de handen die je in de vroege positie kunt uitspelen, kun je nu ook voor handen gaan als 8-8, 7-7 of een hoge kaart en een 9 of 10. Op basis van de acties van de vroege spelers kun je al een inschatting maken van wat ze voor handen hebben.

Late positie; Als je je in de late pokerpositie bevindt, zit je op de machtigste plek, vooral als je de dealer bent. Vooropgesteld dat er niemand slowplayt (spelen alsof je een zwakke hand hebt, terwijl je juist een goede hand hebt), kun je een goede inschatting maken van de handen van de andere spelers. Het is nu in je voordeel om wat agressiever te gaan spelen als je een goede hand hebt – raisen dus! Daarmee schrik je alvast een paar vroege spelers af die niet zo zeker zijn van hun hand. Naast de eerder genoemde handen kun je nu ook lagere paren uitspelen (zoals 6-6 of 5-5), mits je niet tegen een grote bet aankijkt, en een hoge kaart met een 8 of 7, 10-9, 9-8, 8-7 en een aas met een lage kaart (van dezelfde kleur). Maar ook in de late positie moet je je verstand gebruiken. Vergeet niet te folden als je een matige of slechte hand hebt, behalve als je vermoedt dat de andere spelers aan tafel niets beters hebben.